Natuurpunt Kortenberg
  • Home
  • Activiteiten
    • kalender
    • Wandelkaarten
  • Natuurgebieden
    • Silsombos
    • Molenbeekvallei
    • Rotte Gaten
    • Billekensberg
  • Info
    • Contact
    • Wie is wie?
    • De Kaardebol
    • Links
  • Column
  • Webshop

Column

Pleidooi voor het Hogenbos

2/7/2016

0 Reacties

 
​Het is buitengewoon vroeg in de ochtend. Vannacht heeft de aarde zich weer eens gedraaid. Ik kijk naar de regen. Grijs is ook een kleur. Volgens de kalender zou het nu zomer moeten zijn maar ik sta verkleumd en doorweekt, met mijn notaboekje in de hand, op deze door God en iedereen vergeten plaats midden in het bos zinnen te bedenken voor deze Kaardebol. Een boom is altijd buiten. Een boom is altijd thuis.
 
Het Hogenbos ligt aan de verkeerde kant van de autostrade, een vergeten uithoek net buiten de grenzen van de Groene Vallei.  Het is een eeuwenoud beukenbos van het type asperulo-fagetum; moeilijk Latijn om gewoon te zeggen dat het hier over een zeldzaam parelgras-beukenbos gaat met hier en daar een plukje lievevrouwebedstro. Het is er meestal eenzaam en stil.
 
Vanuit het Oud Gemeentehuis in Everberg kom je er het gemakkelijkst door de konijnenpijp onder de E40 te nemen, onmiddellijk hierna rechts af te slaan, de steile Bosberg over en dan een stukje veldweg te volgen. Je kruist de Tervuursesteenweg richting Vrebos. Halverwege staat een kapelletje uit 1881: “O.L.Vrouw Troosteres der Bedrukten.” Daar kan je dan het bos in duiken om jezelf te verliezen en voor je er erg in hebt, tikt de tijd er een ander ritme.
 
Tussen de eindeloze rijen majestueuze beuken, afhankelijk van de weersgesteldheid en het tijdstip, word je hier betoverd door de onvoorspelbaarheid van de meest spectaculaire lichtinvallen. De fabelachtige hoogte van deze bomen (ruim 30 meter) is niet hun doel maar een middel. Hun doel is om genoeg licht te vangen om te overleven. Om te heersen en gewoonweg climaxvegetatie te zijn. Om tijdens de zomer wat onder hen ligt in het duister te hullen en zich terzelfdertijd zorgen te maken over de op handen zijnde klimaatopwarming waarvan zij als geen ander weten dat ze de eerste zullen zijn die vallen.
 
In de winter durven de kettingzagen van graaf de Merode hier wel eens gillen. Dan zwijgen de ontheemde wintervogels. Dan springen de uit hun slaap ontwaakte eekhoorns halsbrekend en slaapdronken van kruin naar kruin. Dan sneuvelen er kaarsrechte 100-jarigen met een doffe door merg en been natrillende dreun. Bomen oogsten doet pijn, maar in al die jaren dat ik hier kom blijft de veerkracht van dit bos verbazen. In het verval toont dit Ferrarisbos haar grootsheid. In het gemis vormt zich hier het verlangen. “Dood doet leven” krijgt hier zichtbaar betekenis. Wanneer de lente komt, zullen slechts enkele van de 200.000 zaailingen per hectare hun kans ruiken in het vrijgekomen licht. Dan zullen de overlevende beuken samenspannen om hun nageslacht te verzekeren. Weinig mensen weten dat er in België nog steeds 30.000 mensen werkzaam zijn in de houtvesterij en dat het hier gaat over een jaarlijkse omzet van 8 miljard euro (cijfers uit; Bossen in België Olivier Baudry & Frederic Demeusse)
 
In dit 42 hectare grote bos kan je gemakkelijk het gevoel krijgen de weg te verliezen. Je volgt lukraak een weefsel van tractorsporen, soms links, dan weer rechts. Wanneer het uitkomt, rechtdoor. Bewegwijzerde paden vind je er niet. De wandelroute bepaal jij alleen. Als je echt het noorden kwijt bent houd je stil, sluit je de ogen en luister je aandachtig. Dan hoor je in de verte het zachte ruisen van de E40 en kan je terug een richting bepalen. Links ligt Brussel, rechts Leuven.
 
Wanneer tussen de winter en de lente de eindeloze witte bosanemoontapijten bespat geraken met grote blauwe vlekken boshyacinten, dan nadert mei. Dan weet je dat het bladerdek op het punt staat zich te sluiten, de ontelbare voorjaarsbloeiers hun einde naderen en de strooisellaag in het donker komt te liggen. Kruidenzoekers en paddestoelenplukkers komen dan van een kale reis thuis. De groene specht lacht.
 
Een door paard en kar uitgesleten feeërieke holle weg, die lang voor koning auto reeds Moorsel met Steenokkerzeel verbond, vormt in het zuiden de grens. In het oosten omlijsten trage voetwegen de bosrand. Langs deze rand bloeit laat in de herfst de klimop nog weelderig. De geelgroene bolvormige schermbloemen zijn als een magneet voor wolzwevers en andere vliesvleugeligen die hier gretig hun laatste reserves nectar voor de winter komen inslaan.
 
Het regent nog steeds. Ook de zomer lijkt hier de weg kwijt. Het is wachten op de herfst. Wachten op die onvoorspelbare dag dat het licht net juist zit, een rustig briesje je hoofd leeg waait en het hele bos ritselt, dwarrelt en vibreert van geel-, bruin-, rode bladeren. Op dit soort dagen ziet het hogenbos eruit als weggekuste lippenstift. Op zulke perfecte dagen kan je hier als een vreemde door je herinneringen dwalen.
0 Reacties

Uw commentaar zal worden geplaatst nadat het is goedgekeurd.


Laat een antwoord achter.

    De Generalist

    Alles
    Alles Is Een Verhaal
    De Melancholie Van De Herfst
    De Namen Van De Wolken
    Een Poetsklauw In De Schoontijd
    Entre Chien Et Loup
    Mångata
    Petrichor
    Pleidooi Voor Het Hogenbos
    Twijfel
    Winter
    WinterTijd

    Foto

    Auteur

    Ludo Luykx

Activiteiten

Kalender
Wandelkaarten

Natuurgebieden

Silsombos
Molenbeekvallei
Rotte Gaten
​Billekensberg

Info

Contact
Wie is wie?
De Kaardebol
Links

Column

Foto
© Natuurpunt Kortenberg 2020
  • Home
  • Activiteiten
    • kalender
    • Wandelkaarten
  • Natuurgebieden
    • Silsombos
    • Molenbeekvallei
    • Rotte Gaten
    • Billekensberg
  • Info
    • Contact
    • Wie is wie?
    • De Kaardebol
    • Links
  • Column
  • Webshop